:%20‘Het%20is%20niet%20zo%20dat%20één%20soort%20locatie%20voor%20ons%20het%20ultieme%20is’)
Rob & Marco Peek (Brothers Horeca Groep): ‘Het is niet zo dat één soort locatie voor ons het ultieme is’
Uit eten én uit dansen, vergaderen én trouwen – particulier en zakelijk, Marco en Rob Peek van Brothers Horeca Groep doen het allemaal. De broers begonnen 18 jaar geleden hun eerste discotheek in Bunnik, Brothers. We ontmoeten de Peek-broeders bij De Hoefslag in Bosch en Duin, het sterrenrestaurant dat ze dit jaar toevoegden aan hun alsmaar groeiende portfolio van locaties.
De Hoefslag is een prachtige witte villa, gelegen in de bossen. Aan de voorkant leidt een loper onder een witte luifel de trap op naar het voorportiek. De chique entree is een voorbode van het interieur: licht, luxe en stijlvol. Aan de achterkant van het restaurant is een serre waaruit je een prachtig uitzicht hebt over de tuin. Marco en Rob Peek ontvangen ons in een van de ruimtes boven het restaurant, in het gedeelte dat zij voor de zakelijke verhuur in de markt zetten.
De kans is groot dat u weleens in een van de locaties van Brothers Horeca Groep bent geweest. Bijvoorbeeld op de campus van de Vrije Universiteit van Amsterdam of op de Uithof in Utrecht (The Basket), Zuiver aan de rand van Leidsche Rijn, Restaurant Belle langs de Vecht in Zuilen, in Studio A12, het evenementencomplex langs de A12, Down Under aan de Laagravense Plas of in Bunnik bij De Landgoederij of Kasteel Camminga. Marco en Rob Peek blijven nuchter onder hun succes. “Ik denk dat we goede mensen hebben die de locaties voor ons aansturen.”
Wat typeert een BHG locatie?
Rob: “Onze locaties hebben altijd een onderscheidend vermogen. The Basket ligt op een campus, tussen de studenten, Down Under ligt aan een recreatieplas, Zuiver zit in een oude boerderij op een industrieterrein. De Hoefslag is ook weer een unieke locatie in de bossen, maar vlakbij de snelweg.”
“Van landgoed tot studentenrestaurant en van black box evenementenhal tot sterrenrestaurant. Als ze dan echt een gemeenschappelijke deler moeten noemen, dan is het de omgeving.”
En uniek zijn de locaties, stuk voor stuk. Van landgoed tot studentenrestaurant en van black box evenementenhal tot sterrenrestaurant. Als ze dan echt een gemeenschappelijke deler moeten noemen, dan is het de omgeving.
Jullie zijn begonnen met discotheken, openden vervolgens restaurants en daarna richtten jullie je op evenementen en de zakelijke doelgroep. Ook Studio A12 – vroeger Brothers – is alleen nog voor events. Hoe is dat zo gegroeid?
Rob: “Het zakelijke gedeelte is ontstaan bij Restaurant Zuiver. Daarmee zijn we heel nadrukkelijk de zakelijke markt op gegaan.” Marco: “Zuiver zit op een heel aparte plek, op een industrieterrein tegen Leidsche Rijn aan. De woningen liggen aan de overkant van het water, hemelsbreed 50 meter van het restaurant, daar hadden we ons net zo goed op kunnen richten. Maar we wilden een ontmoetingsplek voor bedrijven aan deze kant van Utrecht. De locatie heeft een groot parkeerterrein, we hebben de menukaart erop aangepast en zijn meteen bij de opening begonnen met een haringparty voor het bedrijfsleven. We hadden al heel snel een grote bezetting. Leidsche Rijn was één van de grote ontwikkelgebieden. Strategisch gezien was het een heel goede keuze om daar te gaan zitten. Nu is Haarrijn- De Wetering een van de best bezette industrieterreinen van het land.”
Hoe kwamen jullie bij de locatie van Zuiver?
Rob: “We waren er een paar jaar geleden al eens gaan kijken. Het was toen nog helemaal vervallen, één grote wildernis. Ik weet nog dat we elkaar aankeken: ‘wat móet je hier?’ Bij toeval kwamen we later via een contact weer op dezelfde plek terecht. Het dak was al deels gerepareerd, de contouren werden al zichtbaar.”
Jullie stappen uit de auto, kijken elkaar aan en besluiten een nieuwe locatie te kopen?
Rob: “We kijken maandelijks, soms wekelijks bij nieuwe locaties. In 90 tot 95 procent zien we meteen dat het niets is. Bij een heel klein percentage kijken we verder, als we allebei direct enthousiast zijn.”Marco: “Dat was hier eigenlijk meteen het geval. Het moest nog helemaal gebouwd worden. Er stond alleen een karkas van de oude boerderij, alles was open, alleen het dak was gerestaureerd. Maar er zat een vergunning bij met uitbreidingsmogelijkheden.” Rob: “De fundering lag er wel al. Dan gaan we kijken: wat kan je hier doen, hoe groot is het, wat zijn de plussen en de minnen…”
“We waren er een paar jaar geleden al eens gaan kijken. Het was toen nog helemaal vervallen, één grote wildernis. Ik weet nog dat we elkaar aankeken: ‘wat móet je hier'”
Jullie hebben nu negen locaties. Op welke zijn jullie het meest gesteld?
Marco: “We zijn op alle locaties trots. Maar één is net wat meer bijzonder voor ons, De Landgoederij, omdat we daar geboren zijn.”
Rob knikt instemmend. Rob en Marco groeiden op in Bunnik, waar hun ouders feestlocatie De Beesde runden. Die locatie werd twintig jaar geleden verkocht en de broers richtten hun pijlen op andere locaties. Tot De Beesde drie jaar geleden opeens weer te koop stond, samen met het kasteel erachter.
“Dat we die locatie hebben kunnen terugkopen is heel bijzonder. Het is heel leuk om te zien hoe goed dat gaat! Er zat totaal geen omzet meer in het bedrijf. Wij hebben de zaak gestript, volledig vernieuwd, het zelfs een nieuwe naam gegeven: De Landgoederij. Nu is het een gigantisch goed renderende zaak. We hebben jaarlijks 90 bruiloften, terwijl we pas twee jaar bezig zijn.”
Rob: “Het particuliere deel is maar 30 procent. Er zit een gigantische zakelijke doelgroep in de omgeving, die hele mooie grote evenementen bij ons organiseren. Het is heel mooi om te zien dat onze aanpak werkt.”
Wat is dé BHG aanpak?
Rob: “Een gastvrije ontvangst, de service en kwaliteit moet voldoen aan de BHG eisen. Wij hebben geen goed gevoel bij een locatie als de service en kwaliteit niet is zoals wij dat willen, zelfs als die toch een enorm goede omzet draait. Voor de lange termijn moet je dat ook gewoon op peil hebben.”
[Foto: De Landgoederij]
Zijn jullie het weleens niet eens over nieuwe locaties?
Rob: “In het verleden is dat misschien weleens gebeurd. Dan trekken we de conclusie dat we het niet moeten doen. Maar in 99 procent van de gevallen zitten we op één lijn.”
Waar halen jullie je inspiratie vandaan voor nieuwe concepten?
Rob: We zijn vorig jaar in Londen geweest en dit jaar in Amsterdam voor een inspiratietour. Nederland begint steeds meer voorop te lopen met nieuwe trends. Kijk naar Amsterdam, Utrecht en Rotterdam, daar zie je hele leuke dingen voorbij komen. In Amsterdam zijn we bij Pllek gaan kijken, een stadsstrand in Noord, waar ze met zeecontainers een restaurant hebben gebouwd. Hoe kom je op het idee? Het is natuurlijk echt iets voor Amsterdam, maar ook van deze tijd. We halen veel uit de vakbladen, maar ook uit winkels. Zo’n Marqt bijvoorbeeld, op het Rembrandtplein in Amsterdam.”
Marco: “Op uitgaansgebied blijft Ibiza wel een inspiratiebron. Het is heel bijzonder dat zo’n eiland al zo lang voorop loopt. Je kan er van alles over zeggen, dat het te commercieel is bijvoorbeeld. Maar neem zo’n Ushuaia… Als je daar rondloopt en al die duizenden mensen ziet die eropaf komen. Die nog steeds de entreeprijs betalen, avond na avond, dat is indrukwekkend.”
[Foto: Studio A12]
“Het is niet zo dat wij de ambitie hebben dat we grootste willen worden van het land. Bij ons is dat helemaal geen ding, daar doen we het niet voor.”
Wat wordt komend jaar de trend?
Rob: “Gezond, maar dat is al een paar jaar aan de gang. Prijs ook. Ik merk dat er steeds meer concepten komen waar je voor weinig geld een goede maaltijd kan krijgen. Restaurants kiezen voor één product, ze hebben niet meer tachtig gerechten op de kaart staan. En heel belangrijk: er komt steeds meer plek voor horeca. Het gaat niet goed met de detailhandel, en gemeenten willen geen lege panden in de binnenstad. Ze moeten dus makkelijker omgaan met bestemmingsplannen. Denk aan combinaties van retail en horeca. Er bestaan tal van concepten waarbij je niet eens een horecavergunning nodig hebt.”
Wat voor locatie zouden jullie nog willen hebben?
Rob denkt diep na. “Een pannenkoekenhuis. Als het op de juiste plek zit, dan lijkt me dat ook leuk om te doen. Maar het gaat vooral om de locatie hoor. Mensen moeten vooral voor de omgeving komen, niet alleen voor de horeca.”
Marco: “Het is niet zo dat één soort locatie voor ons het ultieme is. Er zijn allerlei leuke uitdagingen te bedenken. Nu zijn we vooral actief in restaurants en evenementen en we doen niks met hotels. Maar zeg nooit ‘nooit’. Dat geldt ook voor een locatie in een herbestemmingspand, iets industrieels bijvoorbeeld. Het zou supergaaf zijn als we in Utrecht zo’n plek vinden en daar onze eigen creativiteit in kwijt kunnen. Daar is ook absoluut markt voor in het centrumgebied.”
De kracht van de BHG locaties is ook dat ze niet zo trendgevoelig zijn, stellen de broers. “Niet dat industrieel een hype is, maar het is wel van nu. Onze locaties zijn van nu, maar ook tijdloos.”
Marco: “We willen Brothers Horeca Groep op een gezonde wijze laten groeien, met name in het midden van het land willen we sterk vertegenwoordigd zijn.” Rob: “Niks hoeft. Het is niet zo dat wij de ambitie hebben dat we grootste willen worden van het land. Bij ons is dat helemaal geen ding, daar doen we het niet voor.”
